Hendrik van Herxen (1415-1487)


Hendrik van Herxen, ook wel Henricus Swarte van Herxen genoemd, werd vóór 1415 in Herxen nabij Zwolle geboren als zoon van Geert Cute en Geertruid Swarte. Hij stierf in 1487 te Zwolle.

De ontwikkeling van de Moderne Devotie en de daarbij behorende fraterhuizen is nauw verbonden met Zwolle en het daar gevestigde Gregoriushuis. De leiding van dit huis kreeg in het begin van de vijftiende eeuw een leidende rol in het Colloquium Zwollense, een wetgevend orgaan bestaande uit de rectoren van de fraterhuizen en de biechtvaders van de zusterhuizen, dat eenmaal per jaar te Zwolle vergaderde. Deze prominente plaats is mede toe te schrijven aan drie opeenvolgende rectoren: Dirk van Herxen (1410-1457), Albert van Kalkar (1457-1482) en Hendrik van Herxen (1482-1487).

Hendrik kreeg zijn eerste onderwijs in het huis Terwee van ridder Hendrik van Essen. Hij was een ijverige en intelligente leerling; zo ijverig dat hij Boethius' De consolatione philosophiae zelfs meenam, wanneer hij uit gehoorzaamheid aan zijn ouders de paarden mende bij het ploegen. Het onderwijs aan deze privé-school zal niet veel hebben afgeweken van dat aan de Zwolse stadsschool, want toen Hendrik verder wilde leren, werd hij door de rector van de stadsschool toegelaten tot de op een na hoogste klas. Dit gebeurde vermoedelijk tussen 1427 en 1432.

Kort daarna werd Hendrik op aanraden van Dirk van Herxen, de toenmalige rector van het Fraterhuis en familie van Hendrik, leraar aan de stadsschool. In die periode moet zijn houding ten opzichte van wetenschap en godsdienst zijn veranderd. Aanvankelijk was hij een studiehoofd met interesse voor wetenschap, filosofie en de poëten. Later raakte hij onder invloed van de idealen van de Moderne Devotie en richtte hij zich op nederigheid, gehoorzaamheid en armoede. Om zijn nieuwe idealen in de praktijk te kunnen brengen trad hij toe tot het Zwolse Fraterhuis. In 1432 was hij de laatst toegetreden frater. Hij zal toen ten minste achttien jaar oud zijn geweest.

Hendrik heeft met zijn welgestelde familie goede relaties onderhouden. Er is althans niets bekend over protesten van zijn ouders toen hij in het Fraterhuis wilde intreden en er zijn diverse zakelijke contacten geweest tussen Fraterhuis en familie. Alleen na het overlijden van Geert Cute, zijn vader, ontstonden problemen over de verdeling van de erfenis. Op 4 juni 1436 werd daarvoor een minnelijke schikking getroffen. De verdeling van de erfenis na het overlijden van zijn moeder, Geertruid Swarte, verliep zonder merkbare problemen. Op 12 februari 1452 verkocht Gheerlich Swarte een erf aan het Fraterhuis en met de opbrengst heeft Gheerlich zijn broer Hendrik en zijn zusters Wendelmoed en Lumme 'afghesoent'. Hendriks bezittingen werden gemeenschappelijk eigendom van het Fraterhuis toen hij in 1455, evenals alle andere inwoners, afstand deed van zijn wereldlijke bezittingen.

In het Fraterhuis maakte Hendrik al snel promotie. Vanwege zijn betrouwbaarheid benoemde rector Dirk van Herxen hem tot procurator. De functie van administrator bekleedde hij zo'n zevenenveertig jaar, dus gedurende het rectoraat van twee nogal verschillende persoonlijkheden. Dirk van Herxen was het type van de devoot, die altijd gelijkmoedig de wereld inkeek en voor wie nederigheid, gehoorzaamheid, ontbering en armoede onder alle omstandigheden de hoogste idealen waren. Dirk was niet erg geliefd bij de Zwolse burgers en het stadsbestuur. Zijn opvolger Albert van Kalkar trad heel anders op. Hij onderhield op vlottere wijze contacten met de buitenwereld. Door zijn inspanningen verbeterden de betrekkingen met de schepenen en de vicarissen in de stad.

Hendrik aardde het meest naar rector Dirk, overtrof hem zelfs in nederigheid en ascetisme. Zo was zijn kleding geschikter om meel te ziften dan om het lichaam te verwarmen. Verder besteedde hij veel tijd aan studie en geestelijke oefeningen en hield hij van afzondering en stilte. Hij moet enkele eigenschappen hebben gehad die hem geschikt maakten voor het procuratorschap. Waarschijnlijk waren dat eerlijkheid, intelligentie en doorzettingsvermogen. Ook allerlei contacten die hij via zijn familie en vrienden kon leggen, waren van belang. Uit hoofde van zijn functies verplaatste Hendrik zich veelvuldig; dit hoewel hij geen waarde hechtte aan wereldse zaken en hij, wars van lawaai en onrust, niet hield van reizen per wagen of schip. Als hij terugkeerde van onderhandelingen sprak hij niet veel over wat hij had gehoord en gezien, maar trok hij zich direct terug in zijn kamer.

Wat precies de invloed van Hendrik op het reilen en zeilen van het Zwolse Fraterhuis is geweest, is moeilijk na te gaan. Als procurator was hij immers ondergeschikt aan de rector. Een eigen beleid kon hij pas ontwikkelen nadat hij zelf rector was geworden. In de korte periode waarin hij die functie bekleedde, wijzigde hij niet veel. Hij wilde de oude gewoonten ten aanzien van kleding, voedsel en eenvoud handhaven. Wel vermeerderde hij de tijd voor vigiliën, gebed en andere vrome oefeningen. Hij veranderde niets aan de gebouwen van het Fraterhuis, naar verluid omdat hij grote bouwwerken afkeurde, maar waarschijnlijk ook omdat het aantal broeders afnam. Evenals zijn voorgangers wilde hij andere fraterhuizen helpen. Hij zond drie broeders naar Kulm en aan het zusterhuis te Kalkar stond hij een broeder af, ondanks het geringe aantal broeders in Zwolle.

Hendrik van Herxen was de laatste van de drie grote leiders van het Zwolse Fraterhuis, dat zijn grootste bloei beleefde tijdens Hendriks procuratorschap. Daarna ondervond men geleidelijk de gevolgen van de neiging bij broeders en zusters om strakkere leefregels aan te nemen. De Zwolse zusters van het Buschklooster en het Maatklooster namen de regel van Augustinus aan, waardoor ze niet langer onder het gezag van het Fraterhuis vielen. Ten slotte was het aantal fraterhuizen in Duitsland na circa 1460 groter dan in de Nederlanden, zodat het belang van het Colloquium Zwollense relatief gezien afnam.

Auteur: I. Wormgoor

Uit: Overijsselse Biografieën

Geboren:   circa 1415 Herxen (bij Zwolle)
Overleden:   circa 1487 Zwolle
Vader:   Geert Cute
Moeder:   Geertruid Swarte
Publicaties:   M. Schoengen (red.), Jacobus Traiecti alias de Voecht, Narratio de in-choatione Domus Cleriorum in Zwollis, met akten en bescheiden betreffende dit fraterhuis, Amsterdam 1908
Laatst bijgewerkt op:   06-03-2014