Hendrikus Burgers (1843-1903)


Hendrikus Burgers wordt op 1 januari 1843 geboren in Voorst in een geslacht van smeden. Zijn vader overleed al vroeg. Het smidswerk leert hij van zijn twee oudere broers. Hendrikus besluit in 1868 zijn geluk te beproeven in Deventer.
Vanaf de primeur van de trapfiets op de Wereldtentoonstelling in Parijs in 1867 volgt Burgers de ontwikkelingen op de voet, experimenteert eerst met het maken van houten vélocipèden en richt in 1869 in een bedrijfspand aan de Smedenstraat de Eerste Nederlandsche Fabriek van Vélocipèden op. Vanaf maart 1870 produceert hij de eerste fietsen. Deze hebben een ijzeren frame, houten wielen en een zadel zonder vering. Ze hebben dan nog geen ketting en ook geen rem. De verbeteringen volgen elkaar op, zoals de massief rubberen banden en het buisframe. Hij maakt alles zoveel mogelijk zelf.
Burgers profiteert van de snel groeiende populariteit van het fietsen in Nederland. Juist in Deventer wordt in oktober 1871 de eerste fietsclub van Nederland opgericht: 'Immer Weiter' . Toch is er ook veel weerstand tegen de nieuwe rage en veel gemeenten verbieden de fietsers het gebruik van bepaalde wegen en paden. Ook in Deventer duurt het nog tot juni 1894 voordat het fietsers is toegestaan van alle wegen gebruik te maken.

Het bedrijf van Hendrikus blijft lange tijd kleinschalig: omstreeks 1872 produceert Burgers niet meer dan 122 fietsen per jaar. De eerste vijftien jaar richt hij zich vooral op veelgevraagde, relatief eenvoudige, Franse modellen. De fabriek breidt geleidelijk uit door nabij gelegen panden in gebruik te nemen. Rond 1875 installeert Burgers een stoommachine voor het maken van de frames en andere onderdelen. In 1887 werken ongeveer 25 arbeiders in de fabriek.

De vestiging van een merk
Na 1880 gaat de technische ontwikkeling van de fiets snel. De komst van kettingaandrijving, driewielers, tandems, damesfietsen, maar vooral de (lage) veiligheidsfiets vanaf 1885 en de luchtband vanaf 1890 maken de fiets steeds populairder voor zowel recreatie als transportmiddel. Het lukt Burgers goed 'bij te blijven' door zijn machinepark voortdurend te vernieuwen. Hij adverteert in het tijdschrift van de Nederlandsche Vélocipèdisten-Bond, de voorloper van de ANWB, maar ook in kranten en andere periodieken.

De fiets wordt steeds populairder en er ontstaan overal fietsclubs. In Deventer wordt naast het al genoemde 'Immer Weiter' ook de 'Roverbende' opgericht, vernoemd naar het fietstype voor de lange afstanden, de Rover Racer. Bij lidmaatschap van 'Immer Weiter', de fietsclub voor de gegoede burgerij, is een petje met de stadskleuren (rood-wit) bij toertochten en wedstrijden voorschrift. Er wordt vaak geoefend op de Lange Laan op de Worp. Daar bevindt zich ook 'Het Wapen van Deventer', het stamcafé van de fietsers en tevens stallingsadres voor de fietsen. Een fiets is niet goedkoop. Rond 1900 is de prijs 160 gulden, de helft van een gemiddeld jaarinkomen.

Rond de eeuwwisseling organiseren fabrikanten en verenigingen veel wedstrijden en tentoonstellingen. Door fietsfabrikanten wordt in 1893 de Nederlandsche Vereeniging 'De Rijwiel Industrie' (RI) opgericht, vanaf 1901 de Rijwiel- en Autoindustrie of RAI geheten. In 1895 organiseert deze vereniging een eerste tentoonstelling in het Paleis voor de Volksvlijt te Amsterdam. Burgers richt zich vooral op de wedstrijden en ontwikkelt speciale Burgers racefietsen (met een krom stuur), waarmee onder meer de Fries Marten Kingma vele prijzen wint. Kingma was eind negentiende eeuw een van de bekendste beroepswielrenners van Nederland. Zijn beeltenis wordt door Burgers gebruikt in reclamecampagnes. Na zijn actieve sportcarrière wordt Kingma aangesteld als filiaalhouder voor Burgers in Amsterdam.
Op 6 september 1896 opent Burgers een grote nieuwe fabriek aan de Rozengaarderweg in Deventer. De firma krijgt een nieuwe naam: N.V. Eerste Nederlandsche Fabriek van Rijwielen (E.N.R.), met een maatschappelijk kapitaal van 500.000 gulden. J.A. Coldeweij, fabrikant van Deventer koek en medeoprichter van' Immer Weiter wordt president-commissaris. De nieuwe moderne fabriek produceert per jaar tussen de twee- en drieduizend fietsen, later wordt de capaciteit opgevoerd naar vijf- tot zesduizend stuks per jaar. In 1900 werken er rond de tweehonderd arbeiders, zes jaar later ruim vijfhonderd. De verkoop gebeurt in 22 filialen en door ongeveer 150 agentschappen verspreid over Nederland. Burgers prijst zichzelf niet alleen aan als de eerste, maar ook als de grootste fietsenfabriek van het land.
Hendrikus Burgers ontpopt zich als een zeer innovatief ondernemer. Hij introduceert verschillende typen fietsen, waaronder de driepersoonstandem, de vouwfiets, bakfietsen voor broodverkopers en dienstfietsen voor postbodes. Het Nederlandse leger wordt een vaste afnemer. Naast fietsen produceert Burgers ook andere producten, zoals vleessnijmachines en naaimachines (vanaf 1898), motorrijwielen en tussen 1900 en 1920 zelfs enkele automobielen.

'Taaie wilskracht'
Als Burgers op I januari 1903, zijn zestigste verjaardag, overlijdt, is de naam Burgers E.N.R. een alom bekende merknaam, mede dankzij het feit dat de fabriek hofleverancier is van zowel het Nederlandse als Belgische vorstenhuis. Concurrenten zijn Fongers (Groningen), Eysink (Amersfoort), Simplex (Utrecht) en Gazelle (Dieren). Overigens komen de meeste fietsen (rond 1900 is dat ongeveer 85 procent) uit Engeland en later ook de Verenigde Staten.

Burgers, een bescheiden man van eenvoudige komaf, leefde voor zijn fabriek en had voor zover bekend geen maatschappelijke nevenfuncties, die veel andere fabrikanten in die tijd wel hadden. Volgens het Deventer Dagblad is het succes van de fabriek te danken aan de 'taaie wilskracht en ijzeren volharding' van Hendrikus. Uit het feit dat het voltallige personeel is aanwezig is bij zijn begrafenis blijkt volgens de krant dat de band met zijn personeel goed was.
De fabriek komt in 1903 onder leiding te staan van zoon Gerard Burgers en A. Beers. In 1909 treedt G.W.J. Kilsdonk toe. Er komen nieuwe vestigingen in Deventer en Roermond. In de crisisjaren en na de oorlog gaat het langzaam bergafwaarts met de fabriek, die in 1961 dan ook wordt verkocht aan Rijwielfabriek A. Pon in Amersfoort. De naam Burgers wordt vervolgens overgenomen door Union in Nieuwleusen en is vanaf 1992 eigendom van WSB in Drachten, waar nog steeds Burgers fietsen worden gemaakt.


Tekst: Redactie van deze website


Bronnen:
Ferry de Goey. Hendrikus Burgers  In: Nederlandse Ondernemers, deel 3. 2011
Clemens van Heck. Deventer, de plek. 2011

Geboren:   01-01-1843 Voorst
Overleden:   circa 1903 Deventer
Vader:   Hendrikus Simon Burgers, ijzersmid
Moeder:   Elisabeth Langen
Echtgeno(o)t(e):   Antonia Hendrika te Riele (1842-1921)
Publicaties:   De geschiedenis van Burgers Deventer is de geschiedenis van de fiets. Uitgegeven ter gelegenheid van het 70 jarig bestaan van Burgers E.N.R. (z.p. 1939); H.G.J. Wichers. 'Steeds Vooruit': de geschiedenis van de fiets. Uitg. ter gelegenheid van de tentoonstelling "Fietsen in Deventer en IJsseloever" van 21 maart tot 21 september 1980 in Museum de Waag te Deventer. Zie ook de website Burgers ENR
Laatst bijgewerkt op:   17-03-2014