Jacob Drent (1898-1985)
Jacob Drent werd op 18 juli 1898 als oudste zoon van Jan Drent en Aaltje Bloemberg in Dedemsvaart (gemeente Avereest) geboren. Op 23 december 1921 trouwde hij met Jentje Gort, geboren op 26 oktober 1893 te Balkbrug (gem. Avereest). Na haar overlijden op 16 juli 1933, huwde hij op 1 april 1937 te Menaldum (Friesland) met Sara Hoekstra, aldaar geboren op 4 augustus 1904. In Dedemsvaart, waar hij zijn hele leven woonde en werkte, overleed Jacob Drent op 27 juni 1985.
In zijn geboorteplaats bezocht Jacob de lagere school aan de Kalkwijk. Van april 1911 tot mei 1914 doorliep hij de ambachtsschool te Zwolle, waar hij de opleiding voor timmerman volgde. Kort na het verlaten van de ambachtsschool trad hij als krullenjongen in dienst bij de Dedemsvaartse vestiging van het bouwbedrijf van de gebroeders Geert en Johannes van Goor. Al snel viel het de Van Goors op dat Jacob mooi kon schrijven en tekenen. Zodoende kreeg hij nogal eens de opdracht om tekeningen en bestekken netjes na te tekenen en over te schrijven. Hiermee werd de kiem gelegd voor zijn latere werk als zelfstandig architect.
Na zijn diensttijd - 1919 - ging hij weer bij de firma Van Goor werken. Maar de ogenblikken dat hij hamer en zaag in handen nam werden steeds schaarser en ten slotte bestond zijn werk bijna uitsluitend uit het opstellen van begrotingen, het maken van bouwtekeningen en het schrijven van bestekken. Op den duur verwisselde hij de werkplaats voorgoed voor het kantoor. Na het overlijden van Geert van Goor in 1931 werd Drent bedrijfsleider van de Dedemsvaartse vestiging. Het aanbod van werk liep in de j aren dertig echter terug als gevolg van de economische neergang en de overgebleven firmant zag zich genoodzaakt zijn bedrijf van de hand te doen. Drent kocht de zaak en vanaf 1 januari 1936 was hij zelfstandige ondernemer. Op den duur schoof hij het aannemerswerk naar de achtergrond en legde zich vooral toe op de architectuur.
Jacob Drent heeft overwegend ontwerpen gemaakt voor woningen en boerderijen. Ook ontwierp hij enkele bedrijfsgebouwen, onder andere een uitbreiding van de rijwielfabriek in Nieuwleusen. Na zijn vijfenzestigste trok hij zich geleidelijk aan terug ten gunste van zijn zoon Albertus, met wie hij in 1957 een maatschap was aangegaan.
Zijn eerste bestuursfunctie kreeg Drent in 1924 toen de kerkeraad van de hervormde gemeente van Dedemsvaart hem tot diaken benoemde. In de jaren dertig werd Drent tot kerkvoogd benoemd, een taak die hij tot 1972 bleef vervullen. In 1931 werd hij lid van het bestuur van de Christelijke lagere school te Dedemsvaart. In 1940 legde hij deze functie neer wegens verschil van mening over het te voeren financiële beleid.
Intussen was Drent in 1938 lid geworden van de Christelijk Historische kiesvereniging. Hij werd meteen kandidaat gesteld bij de gemeenteraadsverkiezing van 1939 en verkozen. Drents eerste raadslidmaatschap duurde maar kort, want in september 1941 werden de gemeenteraden door de bezetter opgeheven. Toen kort na de bevrijding door bijzondere plaatselijke commissies tijdelijke gemeenteraden werden samengesteld, hoorde Drent niet tot de benoemden. Na de eerste vrije verkiezingen in 1946 kon hij zijn raadszetel echter weer innemen.
Tot 9 augustus 1967 zou hij zonder onderbreking deel uitmaken van de gemeenteraad, vanaf 1 september 1953 als wethouder van openbare werken. In die functie was hij onder meer verantwoordelijk voor de woningbouw. Tijdens Drents wethouderschap werd de Woningstichting Avereest opgericht waarvan hij de eerste voorzitter werd. Deze functie vervulde hij tot het eind van de jaren zeventig. In de naoorlogse tijd was hij bovendien voorzitter van de Oranjevereniging en lid van het bestuur van de Middenstandsbank.
Bij zijn aftreden als wethouder in 1967 werd hij benoemd tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Drent kreeg tijd om zijn creatieve gaven te ontplooien. Zijn belangstelling voor geschiedenis kwam tot uitdrukking in het onderzoek naar de wortels van zijn familie. Vervolgens ging Drent de lotgevallen na van de vervenersgeslachten die Dedemsvaart bevolkt hadden. Literatuuronderzoek en verdere naspeuringen in archieven brachten hem zover, dat hij regelmatig artikelen over de geschiedenis van Avereest ging schrijven, die in de Dedemsvaartse Courant verschenen. Deze artikelenreeks vormde de grondslag voor zijn boek Bijdrage tot de geschiedenis van de gemeente Avereest, dat in 1978 het licht zag.
Over de geschiedenis van de Nederlandse hervormde gemeente van Dedemsvaart publiceerde hij in het kerkblad. De betreffende bijdragen zijn gebundeld in het boek Hier in het stille Veld, dat in 1984 ter gelegenheid van het honderd vijftigjarige bestaan van de kerk uitkwam. Het aantrekkelijke van beide boeken is, dat de schrijver naast de feiten die in archieven vastgelegd zijn, ook veel anekdotes en persoonlijke herinneringen verwerkt heeft.
Ook aan een ander talent kon Drent na het beëindigen van zijn politieke loopbaan de vrije teugel geven: het maken van pentekeningen. Al in 1934, ter gelegenheid van het honderdjarige bestaan van de hervormde kerk van Dedemsvaart, had hij een pentekening gemaakt, die in druk werd uitgegeven. Van 1967 tot kort voor zijn dood maakte hij nog vele honderden. Bij voorkeur tekende hij gebouwen en huizen na van oude foto's of prentbriefkaarten van Avereest. Als afstammeling van turfschippers hadden echter ook beelden van de Dedemsvaart en haar scheepvaart zijn belangstelling. Daarnaast vormden historische prenten van de IJsselsteden voor Drent een bron van inspiratie. Hij tekende niet louter na. Zijn tekeningen vertonen duidelijk een eigen karakter.
Jacob Drent komt naar voren als een sociaal bewogen, veel van zichzelf eisend, strijdbaar en gevoelig mens. Hij was geraakt door het kommervolle bestaan van de veenarbeiders over wie hij schreef en was begaan met de sociaal zwakken, die hij als diaken had leren kennen.
F. Pereboom
Uit: Overijsselse Biografieën
Geboren: | 18-07-1898 Dedemsvaart | |
Overleden: | 27-06-1985 Dedemsvaart | |
Vader: | Jan Drent | |
Moeder: | Aaltje Bloemberg | |
Echtgeno(o)t(e): | Jentje Gort | |
Tweede echtgeno(o)t(e): | Sara Hoekstra | |
Publicaties: | Aantekeningen naar aanleiding van de gesprekken van F. Pereboom met J. Drent, 8 april en 3 mei 1983 De Dedemsvaartse Courant, 25 mei, 12 augustus en 7 september 1967 | |
Laatst bijgewerkt op: | 27-02-2014 |