Riemko Holtrop (1914-1996)
Riemko Holtrop werd in 1914 geboren in Hengelo in een eenvoudig milieu. Na een blauwe maandag kweekschool, volgde hij de opleiding tot huis- en decoratieschilder, waarna hij ook de akte LO tekenen behaalde. Omdat zijn tekentalent echt opviel, kon hij naar de academie. Het werd Rotterdam (1932-36). De opleiding was conservatief klassiek-academisch en een bezoek aan Parijs in 1935 was dan ook een openbaring. Het gaf hem geheel nieuwe inzichten en impulsen.
Terug in het provinciale Hengelo, waar hij zich in 1937 als portretschilder vestigde, viel het niet mee zich als kunstenaar staande te houden. Een lichtpuntje in deze crisisjaren vormden de contacten met collegaschilders: Johan Haanstra, die in Enschede in eenzelfde positie verkeerde, Jan Broeze, de schilderende boer die zich met het kubisme bezighield en de spoorwegbeambte Joop Holsbergen een vrijetijdskunstenaar met een door het expressionisme gestuurd penseel. In 1939 kon Holtrop opnieuw afreizen naar Parijs om daar aan de vrije academie La grande Chaumiere te werken. In het eerste oorlogsjaar volgde hij ook nog de beeldhouwklas van Gijs Jacobs van den Hof aan de academie Kunstoefening in Arnhem.
De Nieuwe Groep, Vrij Beelden, Creatie
Tijdens de onderduik in Markelo ontmoet hij bij de familie Haanstra andere kunstenaars. Samen besluiten zij in 1945 De Nieuwe Groep op te richten, met als doel ruimte en aandacht te verwerven voor eigentijdse kunst. Met succes, de Nieuwe Groep kreeg veel positieve aandacht en exposities op diverse plaatsen in het land. Holtrops experimentele werk uit die tijd trok de aandacht, hetgeen resulteerde in uitnodigingen deel te nemen aan de exposities van Vrij Beelden en Creatie, groepen voor moderne en veelal abstracte kunst die als tegenhanger van Cobra kunnen gelden. De euforie van de vroege jaren vijftig verdween echter snel en al helemaal in de buitengewesten, zoals Twente. Prioriteit lag bij de wederopbouw van het door de oorlog geschonden land en de tot stilstand gekomen economie. Voor een kunstenaar was het onmogelijk alleen van zijn werk te bestaan. Opdrachten in de monumentale sector brachten wel soelaas. Daarnaast was het geven van lessen en advieswerk een optie. Holtrop heeft zich op al deze terreinen begeven. In 1944 is Riemko getrouwd met Kitty Rijnveld. Kitty was fluitiste en heeft ruim aan het gezinsinkomen bijgedragen. Zij werkte o.a. als blokfluitdocent bij de Muziekschool Hengelo en was jarenlang als leidster van “Il Flauto Dolce” een pleitbezorgster van renaissancemuziek.
Artistieke arena
In zijn werk heeft Holtrop steeds een strijd geleverd tussen expressionisme en constructivisme, tussen de emoties die in hem ontvlamden en de bedachtzame vormzoeker die hij ook was. Tussen zijn eigen positie en de enorme hoeveelheid aan stromingen die de twintigste eeuwse kunst bracht. Tussen de vaardigheden die bijvoorbeeld de portretschilder of modelleur van koppen van hem eisten en de uitdagingen van het experiment, zoals hij in zijn improvisaties met verdunde olieverf, de zogenaamde benzinevellen, aanging. Voor zijn monumentale werk, zoals gebrandschilderd ramen in het gebouw van het Ziekenfonds in Goor (1952), een gebrandschilderd raam voor de Scholengemeenschap Bataafse Kamp in Hengelo (1953), een gebrandschilderd raam voor het Sociaal Fonds Textielnijverheid in Enschede (1956), baksteenmozaïeken in het nieuw stadhuis in Hengelo (1960-63), de wandschildering en graffito voor de Nutsschool in Delden (1964), golden weer heel andere eisen. Hierbij kwam het vooral aan op stilering en compositie.
Helaas speelde de strijd zich niet uitsluitend af in de artistieke arena. In zijn hoofd woedden de tegenslagen en teleurstellingen, die het kunstenaarschap en het leven hem brachten, zozeer dat hij lange tijd nauwelijks kon werken en niet wilde exposeren. Pas in 1989 keert het tij. Dan volgen er solo- en groepstentoonstellingen door het hele land, waarbij duidelijk wordt dat Riemko Holtrop pionierswerk verricht heeft bij de doorbraak van de moderne kunst in Nederland. Maar ook, dat hij de laatste jaren die hem gegeven waren (hij overleed in 1996) weer helemaal terug was, met nieuw werk dat op essentiele punten steunde op het voorafgaande, maar tegelijkertijd gewaagde van een nieuwe postmodernistische dynamiek. Het nagelaten werk wordt beheerd door zijn dochter Gea Palmen–Holtrop, die in haar galerie (galerie Holtrop in Tilburg) regelmatig deeltentoonstellingen uit haar vaders oeuvre organiseert.
Auteur: Drs M.H.(Peggie) Breitbarth- van der Stok